Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  1. Dit academiereglement regelt de verhouding tussen het schoolbestuur zijnde het stadsbestuur van stad Sint-Truidenen de leerlingen/ouders van de Academie Haspengouw Beeld (instellingsnummer 50261)met als administratieve zetel Gorsemweg 55/57 te 3800 Sint-Truiden. Met vestigingsplaatsen in Brustem, Budingen, Engelmanshoven, Geetbets, Gingelom, Halen, Heers, Herk-de-Stad, Jeuk, Kozen, Landen, Loksbergen, Neerwinden, Nieuwerkerken, Velm, Walshoutem, Zelem, Zepperen, Zoutleeuw.
  2. Het is van toepassing op alle leerlingen van de academie en op de ouders van de minderjarige leerlingen.
  3. Het is eveneens van toepassing op de personen die leeractiviteiten op maat volgen, met uitzondering van de bepalingen opgenomen in de hoofdstukken 4 (inschrijvingsgeld en bijdrageregeling) en 8 (leerlingenevaluatie).
  4. De bepalingen opgenomen in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs en de bijhorende uitvoeringsbesluiten blijven onverkort van toepassing.
  5. Elke leerling ontvangt jaarlijks het vademecum met praktische informatie voor het   betreffende schooljaar. Deze infobrochure wordt voor kennisneming ondertekend door de ouders van de minderjarige leerling. 

Artikel 2

  1. Dit academiereglement wordt voorafgaand aan de eerste inschrijving schriftelijk of via elektronische drager (website, e-mail,…) ter beschikking gesteld aan de leerlingen of de ouders van de minderjarige leerlingen. Zij worden schriftelijk of via elektronische drager op de hoogte gehouden van de wijzigingen. De academie vraagt de ouders/leerlingen of ze ook een papieren versie van het academiereglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking voor leerlingen/ouders die dit wensen.
  2. De leerlingen/ouders verklaren zich schriftelijk akkoord met het academiereglement en het artistiek pedagogisch project van de academie. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde.
  3. Bij elke wijziging van het reglement en/of artistiek pedagogisch project verklaren de leerlingen/ouders zich opnieuw schriftelijk akkoord met de wijzigingen. Indien zij zich niet met de wijzigingen akkoord verklaren, kan de leerling niet worden ingeschreven het daaropvolgende schooljaar.

Artikel 3 Begrippen

Voor de toepassing van dit academiereglement wordt verstaan onder:

  1. Aangetekend: Met aangetekende brief, tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs of een gecertificeerde elektronische aangetekende zending.
  2. Academie: Het pedagogisch geheel waar deeltijds kunstonderwijs wordt georganiseerd en dat onder leiding staat van een directeur. De academie omvat :
    • de hoofdinstelling: Gorsemweg 55-57 te 3800.Sint-Truiden
    • de vestigingsplaatsen: Brustem, Budingen, Engelmanshoven, Geetbets, Gingelom, Halen, Heers, Herk-de-Stad, Jeuk, Kozen, Landen, Loksbergen, Neerwinden, Nieuwerkerken, Velm, Walshoutem, Zelem, Zepperen, Zoutleeuw.
  3. Artistiek-pedagogisch project: Het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de academie en haar werking heeft bepaald.
  4. Directeur: De directeur van de academie of zijn afgevaardigde.
  5. Leerling: De persoon die ingeschreven is aan de academie overeenkomstig de reglementaire toelatingsvoorwaarden.
  6. Ouders: De personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben.
  7. Schoolbestuur : De instantie die verantwoordelijk is voor de academie, namelijk de gemeenteraad van de stad Sint-Truiden. Inzake daden van dagelijks beheer is het college van burgemeester en schepenen van Sint-Truiden bevoegd. 
  8. Werkdag: elke weekdag met uitzondering van zowel zon- en feestdagen als dagen die tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie vallen.
  9. Lesdag: elke dag waarop de leerling een lesactiviteit heeft.

Hoofdstuk 2 Engagementsverklaring

Artikel 4

  1. Leerlingengegevens
    Leerlingen/ouders houden zich eraan om enkel correcte en actuele gegevens aan de academie te verstrekken en om de academie op de hoogte te brengen zodra er zich wijzigingen in de leerlingengegevens voordoen.
  2. Oudercontacten
    De academie organiseert op geregelde tijdstippen oudercontacten. De  data worden schriftelijk of via elektronische drager gecommuniceerd. De ouders en de academie kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen. Van de ouders wordt verwacht dat ze minimum 1 jaar de oudercontact per jaar bijwonen.
  3. Aanwezigheid
    De leerling en zijn ouders zorgen ervoor dat de leerling elke lesactiviteit bijwoont en op tijd is. In het geval een minderjarige leerling langdurig ongewettigd afwezig is, neemt de academie contact op met de ouders. Een leerling mag zijn toegestane aanwezigheidsuren binnen de academie niet overschrijden. Wanneer leerlingen met toestemming aanwezig zijn in de academie buiten de voor hen ingerichte uren, moeten ze zich inschrijven in de intekenregisters die in de lokalen klaarliggen. Wanneer ze dit niet doen zijn ze ongewettigd aanwezig.
  4. Specifieke onderwijsbehoeften 
    Sommige leerlingen hebben specifieke onderwijsbehoeften. In dat geval bezorgt de leerling/ouders aan de directeur alle relevante documenten en informatie met betrekking tot de leerzorg en de evolutie ervan en dit in het belang van de leerling. In overleg met de leerling/ouders wordt nagegaan op welke manier de leerling de lessen kan volgen en welke aanpassingen wenselijk en mogelijk zijn. De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn.
  5. Taal
    De onderwijstaal van de academie is Nederlands. Ouders moedigen hun minderjarig kind aan om Nederlands te leren en te gebruiken. Meerderjarige leerlingen nemen de nodige initiatieven om Nederlands te leren en te gebruiken.
  6. Zelfstudie
    De leerlingen volgen de eventuele instructies in verband met zelfstudie buiten de lessen nauwgezet op. Deze instructies worden via de agenda aan de leerling en eventueel ouders gecommuniceerd. Ouders moedigen hun minderjarig kind aan tot zelfstudie rekening houdend met deze instructies.
  7. Leefregels
    Ouders stimuleren hun minderjarig kind om de leefregels en richtlijnen van de academie na te leven.
  8. Leerloopbaanbegeleiding
    De academie geeft gericht advies over de onderwijsloopbaan die het beste aansluit bij de leervraag en competenties van de leerling.

Hoofdstuk 3 Inschrijving

Artikel 5

Het schoolbestuur legt het maximaal aantal leerlingen vast dat wordt toegelaten tot een opleiding, zijnde de capaciteit zoals bedoeld in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.  De klascapaciteit wordt meegedeeld op het ABOC en de eerste vergadering van het beheerscomité.

Artikel 6

  1. De volgende personen die zich als leerling willen inschrijven, worden in eerste instantie op een wachtlijst ingeschreven: niet-financierbare leerlingen volgens het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs,
  2. De leerlingen vermeld in §1 kunnen enkel definitief worden ingeschreven als op 30 september de capaciteit nog niet is bereikt door de inschrijving van financierbare leerlingen zoals bedoeld in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
  3. De inschrijving van een niet regelmatige leerling volgens het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs wordt steeds geweigerd.

Artikel 7

  1. Is de leerling al ingeschreven in hetzelfde domein in een andere academie, dan moet de leerling/ouders dit expliciet vermelden bij de inschrijving.
  2. Volgde de leerling eerder al een opleiding in een andere academie, dan moet de leerling/ouders dit expliciet vermelden bij de eerste inschrijving, samen met de resultaten ervan.

Artikel 8

De inschrijving van leerlingen wordt beperkt tot volgende maximumaantallen: de klascapaciteit wordt jaarlijks bepaald door voorgesteld en goedgekeurd op ABOC en gemeenteraad.

Artikel 9

Een leerling die op basis van de regelgeving meent geheel of gedeeltelijk vrijgesteld te kunnen worden voor een vak, legt hiervoor de nodige bewijsstukken voor bij voorkeur op het ogenblik van zijn inschrijving en uiterlijk op 30 september.

Artikel 10

Om toegelaten te kunnen worden tot een optie van een kortlopende studierichting zoals bedoeld in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs, moet de leerling ten minste de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben op de dag van 31 december die volgt op de aanvang van het schooljaar.

Artikel 11 Specialisatie

  1. Leerlingen die zich het volgende schooljaar willen inschrijven in een kortlopende studierichting specialisatie, maken dit bij de directeur bekend voor de laatste week van juni.
  2. De directeur bepaalt de selectiemethode op basis waarvan hij in samenspraak met de betrokken leerkrachten beoordeelt om de leerling al dan niet toe te laten:
    op basis van een selectieactiviteit die hiervoor wordt georganiseerd.

Hoofdstuk 4 Inschrijvingsgeld, bijdrageregeling, sponsoring

Artikel 12 Wettelijk vastgelegd inschrijvingsgeld

  1. De bedragen van het wettelijk inschrijvingsgeld én de voorwaarden en vereiste documenten om in aanmerking te komen voor het verminderd wettelijk inschrijvingsgeld zoals bepaald in de onderwijsregelgeving worden jaarlijks voor de start van de inschrijvingen bekendgemaakt via de Academie Haspengouw Beeld website, nieuwsbrief, uithangbrieven stads-en andere infomagazines.
  2. Het wettelijk voorziene inschrijvingsgeld moet worden betaald uiterlijk 30 september van het schooljaar waarvoor ingeschreven.
  3. Leerlingen of ouders die het moeilijk hebben om het inschrijvingsgeld en/of de bijdragen te betalen, kunnen zich wenden tot de directeur. Het schoolbestuur kan, na advies van de directeur en in samenspraak met de leerling of ouders een van volgende afwijkingen op de betaling toestaan: spreiding van betaling, uitstel van betaling, gedeeltelijke kwijtschelding van betaling. 
  4. Eventueel bekomen vrijstellingen voor een vak of de verkregen toestemming om leeractiviteiten te mogen volgen in een alternatieve leercontext kunnen geen aanleiding geven tot een afwijkende regeling van de bepalingen van dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 5 Aan- en afwezigheid van de leerling

Artikel 13

Behalve als de leerling gewettigd afwezig is, neemt hij vanaf 1 september (of van zodra zijn inschrijving definitief is in september) tot en met 30 juni deel aan alle lessen en activiteiten van de opleiding waarvoor hij is ingeschreven.

Artikel 14

  1. De leerling respecteert het begin- en eindduur van de lessen. In uitzonderlijke gevallen kan een leerling de academie voor het einde van de les verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de directeur, het secretariaat of de leraar. Voor minderjarige leerlingen is ook de toestemming van de ouders vereist.
  2. Minderjarige leerlingen mogen de academie niet verlaten tijdens de lesonderbrekingen

Artikel 15

Als een leerling de lesactiviteit niet kan bijwonen, moet de academie (de directeur, het secretariaat of de leraar) hiervan vooraf en zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht.

Artikel 16

  1. Iedere afwezigheid moet gewettigd of gerechtvaardigd zijn.
    Een leerling die tot de teldag meer dan een derde ongewettigd afwezig is, is niet financierbaar.
  2. De afwezigheid kan op volgende manieren worden gerechtvaardigd:
    1. ziekte: wanneer de afwezigheid om medische redenen niet langer duurt dan 3 opeenvolgende lesdagen, volstaat een verklaring ondertekend en gedateerd door de ouders/leerling. Dit kan maximaal 4 maal per schooljaar het geval zijn.
      Een medisch attest is vereist wanneer de ziekte een periode van 3 opeenvolgende lesdagen overschrijdt of wanneer de ouders reeds 4 maal zelf een verklaring van ziekte hebben ingediend. Een medisch attest is eveneens vereist voor een afwezigheid tijdens evaluatiemomenten.
    2. een document dat aantoont dat de leerling afwezig was:
      1. om een begrafenis- of huwelijksplechtigheid bij te wonen van een bloed- of aanverwant of van een persoon die onder hetzelfde dak woont,
      2. om een familieraad bij te wonen,
      3. om voor de rechtbank te verschijnen na een oproeping of dagvaarding,
      4. omwille van maatregelen opgelegd in het kader van de bijzondere jeugdzorg of de jeugdbescherming;
      5. om een feestdag die inherent is aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de leerling te beleven,
      6. om een andere officiële aangelegenheid bij te wonen – met akkoord van de directeur,
      7. om proeven af te leggen voor de examencommissie van de Vlaams gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs,
      8. wegens school- of beroepsverplichtingen,
      9. omwille van de onbereikbaarheid van de academie door overmacht;
    3. afwezigheid om persoonlijke redenen: een ondertekende verklaring van de leerling/ouders. Deze verklaring wordt ingediend bij de directeur en is hoogstens drie keer per jaar mogelijk. Om uitzonderlijke, familiale redenen kan de directeur beslissen om van dit maximum af te wijken,
    4. afwezigheid in uitvoering van een orde- of tuchtmaatregel zoals bepaald in hoofdstuk 16.

Artikel 17 Ongewettigde afwezigheid

  1. Elke afwezigheid die niet gewettigd of gerechtvaardigd is zoals beschreven in artikel 16, wordt beschouwd als een ongewettigde afwezigheid.
  2. Bij een langdurige ongewettigde afwezigheid (meer dan 3 lessen) van een minderjarige leerling neemt de academie contact op met de ouders.
  3. Onverminderd de gevolgen die het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs voorschrijft kunnen ongewettigde afwezigheden aanleiding geven tot één van de sancties vermeld in hoofdstuk 10. kan de directeur beslissen om de leerling uit te schrijven wanneer de leerling gedurende dertig opeenvolgende kalenderdagen ongewettigd afwezig blijft en na contactname niet te kennen geeft dat hij de lessen opnieuw zal bijwonen. De schoolvakanties schorten de periode van dertig kalenderdagen op. Het uitschrijven van de leerling kan geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributies of bijdragen terug te vorderen.

Hoofdstuk 6 Organisatie van de leeractiviteiten

Artikel 18

  1. De jaarkalender, de leslocatie(s) en het lessenrooster worden voor de start van de lessen bekend gemaakt.
  2. De leslocatie(s) en het lessenrooster kunnen in de loop van het eerste trimester in uitzonderlijke gevallen wijzigen. De academie brengt de leerling/ouders hiervan schriftelijk of elektronisch op de hoogte.
    Een aanpassing van de leslocatie of het lessenrooster kan voor leerlingen/ouders geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributie of bijdragen terug te vorderen.

Artikel 19

De lessen zijn niet toegankelijk voor ouders of derden, tenzij anders vermeld.

Artikel 20 Toezicht

Het schoolbestuur verzekert het toezicht gedurende 10 minutenvoor het begin van de les tot 10 minuten na het einde van de les. De leerlingen en de ouders gedragen zich daarbij naar de onderrichtingen terzake. Leerlingen wachten op de locatie die door de toezichthouder wordt aangeduid.

Artikel 21 Lesverplaatsing

Een les kan om individuele artistieke redenen of deelname aan professionaliseringsactiviteiten door de leraar worden verplaatst met akkoord van de directeur.  
De leerlingen/ouders worden vooraf schriftelijk of elektronisch van elke lesverplaatsing op de hoogte gebracht.

Artikel 22 Schorsing van de lessen

  1. De lessen kunnen voor alle leerlingen of voor een leerlingengroep worden geschorst wegens pedagogische studiedag, facultatieve vakantiedagen. Deze data worden in het begin van het schooljaar bekendgemaakt via mail, website Academie Haspengouw Beeld, telefonisch contact.
  2. De lessen kunnen onverwacht voor alle leerlingen of voor een leerlingengroep worden geschorst wegens staking, verkiezingen, volksraadpleging of overmacht of afwezigheid van de leraar. De academie brengt de ouders/leerlingen als volgt op de hoogte.
    • de academie verwittigt de leerlingen/ouders voorafgaandelijk indien mogelijk – is dit slechts beperkt mogelijk, dan wordt voorrang gegeven aan de leerlingen die het verst wonen,
    • de schorsing wordt ad valvas via de website van de academie, per infobrief of telefonisch (mondeling /sms) aan de ouders van de leerlingen gemeld (ingeval van overmacht: indien mogelijk),
    • opvang wordt voorzien indien geen van de voorgaande maatregelen mogelijk is – minderjarige leerlingen mogen enkel naar huis ingeval van afwezigheid van de leraar als de ouders hiervoor schriftelijk toestemming hebben geven.
      Als ouders hun kinderen naar de academie brengen, gaan ze na of de leraar al dan niet aanwezig is, alvorens hun kinderen achter te laten.

      Het schorsen van lessen kan geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributies of bijdragen terug te vorderen.

Artikel 23 Agenda

Iedere leerling heeft een agenda. Hierin worden de opdrachten en/of de te kennen leerstof en/of de in te studeren stukken van de leerlingen genoteerd, evenals eventuele aanwijzingen voor de studie en eventuele mededelingen. De agenda wordt ook gebruikt als communicatiemiddel tussen de leraar en de ouders.

Artikel 24 Kunstmanifestaties

De leerlingen worden schriftelijk uitgenodigd hun medewerking te verlenen aan openbare voorstellingen, tentoonstellingen of aan andere kunstmanifestaties die door de academie worden ingericht. Participerende leerlingen vallen volledig onder de schoolverzekering.

Artikel 25 Buitenschoolse leeractiviteiten

  1. Buitenschoolse leeractiviteiten (extra-murosactiviteiten, studie-uitstappen en dergelijke) die door de academie worden georganiseerd, maken deel uit van het leertraject. Tenzij anders bekendgemaakt, wordt van de leerlingen verwacht dat zij deelnemen aan de buitenschoolse extramurosactiviteiten die voor hen worden georganiseerd, zelfs indien deze buiten het lessenrooster van de leerling of buiten de normale openingsuren van de academie worden georganiseerd. Indien de leerling/ouders menen een ernstige reden te hebben om aan een van deze verplichte activiteiten niet deel te nemen, dan bespreken ze dit vooraf met de directeur.
  2. Buitenschoolse leeractiviteiten worden minstens twee weken op voorhand aan de leerlingen meegedeeld. Voor minderjarige leerlingen worden de ouders schriftelijk geïnformeerd.
  3. Voor het vervoer van de leerlingen naar de buitenschoolse leeractiviteiten kan de academie een beroep doen op vrijwillige chauffeurs (meerderjarige leerlingen, ouders, derden)

Artikel 26 Besmettelijke aandoening

In het geval dat een leerling of iemand uit zijn gezin wordt getroffen door een besmettelijke aandoening, bespreekt de leerling/ouders met zijn behandelende arts of de aanwezigheid van de leerling in de academie een gevaar kan zijn of geweest zijn voor de gezondheid van andere leerlingen/personeelsleden. Indien dit het geval is, doet de leerling/ouders melding bij het secretariaat. De academie neemt de gepaste maatregelen. Draaiboek infectieziekten.

Artikel 27 Verzekering

Heeft de leerling een ongeval op het traject van huis naar de academie of terug, dan moet de academie onmiddellijk worden verwittigd zodat er zo snel als mogelijk een verzekeringsdossier kan worden opgesteld.

Artikel 28 Werken van de leerlingen

  1. De leerlingen worden uitgenodigd om alle werken die op de academie werden gemaakt in de loop van het schooljaar vrij ter beschikking te stellen van de academie.
    Deze werken kunnen enkel worden gebruikt voor didactisch-pedagogische doeleinden (voorbeeldfunctie) of activiteiten die de academie naar buiten uit moeten vertegenwoordigen (tentoonstellingen, opendeurdagen, drukwerk…).
    De leerlingen ontvangen hiervoor geen vergoeding.
     
  2. De academie verbindt er zich toe om, bij iedere activiteit waarbij op de één of andere manier gebruik wordt gemaakt van werken van leerlingen, de naam van de leerling te vermelden en het recht op eerbied voor deze werken te garanderen.

Hoofdstuk 7 Leren in een alternatieve leercontext

Artikel 29

  1. Een leerling die onder de voorwaarden van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs een vak geheel of gedeeltelijk wil vervangen door leeractiviteiten in een alternatieve leercontext, legt zijn vraag tenminste twee maanden voor aanvang voor aan de directeur en de betrokken leerkrachten via het formulier ‘leren in alternatieve leercontext’ waarvan deel 1 volledig is ingevuld. Dit formulier is als bijlage bij dit reglement gevoegd.
  2. Het leren in een alternatieve leercontext kan voor de duur van het volledige schooljaar of voor een of meerdere welbepaalde periode(s).

Artikel 30

  1. De aanvraag wordt enkel ingewilligd als elk van de volgende voorwaarden zijn vervuld:
    – alternatieve leercontext voldoet aan de kwaliteitsvoorwaarden zoals opgenomen in het door de inspectie gevalideerde toetsingsinstrument dat als bijlage is gevoegd bij dit reglement,
    – alternatieve leercontext ondertekent de overeenkomst ‘leren in alternatieve leercontext’ van het schoolbestuur,
    – directeur oordeelt dat de alternatieve relevant is voor het verwerven van de basiscompetenties, specifieke eindtermen of het behalen van de beroepskwalificatie.
  2. De aanvraag, de concrete modaliteiten, de contactpersonen en het akkoord worden vastgelegd via het formulier ‘Leren in alternatieve leercontext’.

Artikel 31

  1. De verantwoordelijke van de leercontext staat in voor de structurele inhoudelijke begeleiding van de leerling met het oog op het realiseren van de einddoelen. Hij geeft de leerling regelmatig feedback en houdt alle relevante informatie beschikbaar voor de academie. Hij mag alle nuttige inlichtingen betreffende de leerling inwinnen bij de contactpersoon van de academie.
  2. De academie blijft eindverantwoordelijke voor de kwaliteit van het leerproces. De directeur, zijn afgevaardigde en de contactpersoon van de academie kunnen te allen tijde de leerling ter plekke observeren.
  3. Tussen de contactpersoon van de academie en de verantwoordelijke van de leercontext wordt systematisch overleg gepleegd.

Artikel 32

  1. De leerling gedraagt zich welvoeglijk en voorkomend binnen de alternatieve leercontext. Hij eerbiedigt de belangen van de alternatieve leercontext.
  2. De leerling leeft de instructies en voorschriften eigen aan de alternatieve leercontext na evenals de veiligheidsvoorschriften. 
  3. De leerling kan weigeren om taken uit te voeren die zijn fysische of psychische mogelijkheden te boven gaan. Hij maakt hiervan omstandig schriftelijk melding bij de directeur.

Artikel 33

  1. De leerling blijft onderworpen aan het gezag van de directeur of zijn afgevaardigde.
  2. Zowel de verantwoordelijke van de alternatieve leercontext als de academie kunnen te allen tijde de leerling aanspreken bij niet-naleving van gemaakte afspraken. De verantwoordelijke van de alternatieve leercontext meldt dit tevens aan de directeur.

Artikel 34

  1. . De academie staat in voor de evaluatie van de leerling. De verantwoordelijke van de leercontext verstrekt hiertoe de nodige informatie aan de contactpersoon van de academie.
  2. De leerling is niet vrijgesteld van de evaluatieactiviteiten.

Artikel 35

  1. De bepalingen rond aan- en afwezigheden zoals vastgelegd in dit academiereglement blijven onverkort van toepassing. 
  2. In uitzonderlijke gevallen kan de leerling de alternatieve leercontext voor het einduur verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de verantwoordelijke van de leercontext, de directeur of de contactpersoon van de academie. Voor minderjarige leerlingen is ook de toestemming van de ouders vereist.
  3. Een leerling die te laat komt op de alternatieve leercontext, geeft de reden hiervan door aan de verantwoordelijke van de alternatieve leercontext.
  4. De leerling verwittigt zowel de academie als de alternatieve leercontext in geval van afwezigheid en bezorgt de wettiging van de afwezigheid aan de academie.
  5. Ingeval een activiteit van de alternatieve leercontext wegens overmacht niet kan plaatsvinden, verwittigt de alternatieve leercontext de leerling/ouders voorafgaandelijk indien mogelijk.

Artikel 36

De alternatieve leercontext staat in voor het effectief en continu toezicht op de leerling zodra de leerling de alternatieve leercontext betreedt tot hij ze verlaat. Het schoolbestuur draagt hierbij geen enkele verantwoordelijkheid.

Artikel 37

De leerlingen vallen onder de schoolverzekering (burgerlijke aansprakelijkheid en ongevallen) voor wat betreft de activiteiten beschreven op het formulier ‘Leren in alternatieve leercontext’.

Artikel 38

De leerling maakt geen aanspraak op enige financiële tussenkomst voor het vervoer van en naar of voor de deelname aan de activiteiten van de alternatieve leercontext.

Artikel 39

Een leerling die gedurende de afgesproken periode de leeractiviteiten niet langer wil volgen in de alternatieve leercontext, legt dit ter bespreking voor aan de directeur. Enkel met toestemming van de directeur kan het vak in de loop van het schooljaar terug in de academie worden gevolgd.

Artikel 40

  1. De alternatieve leercontext kan beslissen de leerling niet langer toe te laten:
    1. bij zware inbreuken tegen de afspraken;- indien de leerling opzettelijk zware schade veroorzaakt;
    2. – indien de leerling herhaald onwettig afwezig is;
    3. – wanneer de leerling wangedrag vertoont;
    4. – wanneer de leerling de activiteiten van de alternatieve context hypothekeert.
  2. De directeur kan de toestemming om de leeractiviteiten in de alternatieve leercontext te volgen, intrekken wanneer het leren in de alternatieve context inefficiënt of onnuttig is.
  3. Het leren in de alternatieve leercontext wordt van rechtswege beëindigd als de overeenkomst tussen de alternatieve leercontext en het schoolbestuur (al dan niet voortijdig) ten einde loopt.
  4. De directeur / alternatieve leercontext maken elke beslissing tot stopzetting schriftelijk en gemotiveerd bekend aan de leerling/ouders. De leerling moet het vak dan verder volgen in de academie volgens de modaliteiten die de directeur hem meedeelt.

Hoofdstuk 8 Leerlingenevaluatie

Artikel 41

  1. . Tijdens het schooljaar wordt minstens tweemaal een schriftelijke evaluatie van elke leerling gemaakt aan de hand van een evaluatiefiche. De leerling en/of de ouders worden in kennis gesteld van deze via e-mail. Volwassen leerlingen en/of ouders van leerlingen die niet over een computer beschikken , kunnen een uitgeprinte evaluatiefiche afhalen op het secretariaat.
  2. De academie bepaalt de wijze waarop de evaluatie gebeurt en zal in de loop van het schooljaar op regelmatige basis en tijdig communiceren over hoe deze concreet verloopt, met name over:
    1. de tijdstippen waarop de evaluatiemomenten en/of –opdrachten plaatsvinden,
    2. de vorm waaronder evaluatiemomenten en/of –opdrachten worden georganiseerd,
    3. de te bereiken competenties en te beheersen materies met het oog op de evaluatiemomenten en/of –opdrachten.
    4. de vorm van de evaluatieactiviteiten (hoe worden gegevens verzameld (observaties, toetsen, portfolio,…),  openbare proeven? voor wie? voor welk(e) vak(ken)?
    5. of er aandacht is voor proces- en productevaluatie?
    6. de planning in het schooljaar (hoe vaak wordt er geëvalueerd).
  3. Van 15 augustus tot 15 september worden uitgestelde proeven afgenomen van de leerlingen die om een gewettigde reden niet hebben kunnen deelnemen aan de proeven op het einde van het jaar. De leerlingen die wensen deel te nemen aan de toelatingsproeven voor de specialisatiegraad dienen hun motivatieteksten en portfolio en/of een beknopt overzicht van reeds gerealiseerd werk binnen te brengen bij de directeur voor de laatste week van juni.
  4. De academie rapporteert op basis van de evaluatiegegevens aan de leerling/ouders 2 x keer per jaar over de leervorderingen van de leerling op de volgende wijze: Bespreking aan de hand van een schriftelijke neerslag waarin bepaald wordt waar de leerling zich bevindt binnen het leertraject en wat zijn vorderingen zijn. De evaluatie geeft een duidelijk beeld of/welke doelstellingen behaald werden. Deze rapportering heeft een formatieve functie.
    Voor de 4de graad wordt er ingeschaald volgens de behaalde competenties in volgende zes leervelden : proces en product verbinden(vakman), ideeën concretiseren (kunstenaar), creaties een plaats geven of ontsluiten (performer), in dialoog treden (samenspeler), een referentiekader opbouwen (onderzoeker). Deze ‘competenties’ worden ingeschaald in de mate waarin ze in ontwikkeling zijn bij de leerling  (cf de artistiek pedagogische visie van de school)

Artikel 42

Een bewijs van competenties, een bewijs van beroepskwalificatie of een leerbewijs deeltijds kunstonderwijs kan worden toegekend door de evaluatiecommissie. Deze is samengesteld uit leerkrachten van de desbetreffende graad.

De leerlingen leggen hun motivatieteksten en portfolio en/of een beknopt overzicht van reeds gerealiseerd werk voor. De evaluatiecommissie bestudeert het aangeleverd materiaal, en levert na onderling beraadslagen een gunstig/ongunstig advies af. De leerling krijgt een uitgeschreven voedende feedback. Hierin wordt hun proces en product geëvalueerd. Er is een focus op het verdere verloop van het artistieke proces. Bij de beoordeling van de aanvragen houdt de adviescommissie , rekening met de leerbehoefte die werd vastgesteld met het oog op hetzij vervolgonderwijs, hetzij kunstbeoefening in de vrije tijd of op de arbeidsmarkt. Wanneer er werd voldaan, kan er een gunstig advies gegeven worden.   

Hoofdstuk 9 Leefregels

Artikel 43 Algemeen

  1. Iedere leerling onthoudt zich van gedrag dat:
    1. het ordentelijk verstrekken van onderwijs in gevaar brengt,
    2. de verwezenlijking van het artistiek pedagogisch project van de academie in het gedrang brengt,
    3. de veiligheid of de hygiëne in het gedrang brengt,
    4. ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaakt,
    5. de naam van de academie of de waardigheid van het personeel aantast,
    6. de academie materiële schade toebrengt.
  2. Iedere leerling volgt strikt de richtlijnen op en neemt een correcte en beleefde houding aan tegenover het personeel van de academie en tegenover de andere leerlingen.

Artikel 44 Lessen

  1. . Iedere leerling zorgt ervoor dat hij de lessen niet stoort.
  2. Tijdens de lessen worden er zonder toestemming geen eigen toestellen gebruikt. Het gaat onder andere om mobiele telefoons, muziekdragers en camera’s.
  3. De leerlingen laten het leslokaal bij het einde van de les in voldoende ordelijke staat achter.

Artikel 45 Kledij, veiligheidsvoorschriften en hygiëne

  1. Iedere leerling volgt de instructies van de leraar of directie wat betreft het dragen van aangepaste kledij,
    1. het dragen van beschermkledij,
    2. het gebruik van beschermingsmiddelen,
    3. het verbod om bijvoorbeeld hoofddeksels, sieraden, losse kledij, sjaaltjes,… te dragen,
    4. het vaststeken van lang haar (in het bijzonder in de studierichting Dans),

    5. om redenen van veiligheid of hygiëne.
  2. Iedere leerling moet de veiligheidsvoorschriften naleven met inbegrip van alle opleidingsspecifieke afspraken.
  3. Afval moet in de daartoe voorziene vuilnisbakken gedeponeerd worden.

Artikel 46 Materiële bezittingen en vandalisme

  1. §1. De leerlingen laten hun persoonlijke bezittingen (boekentassen, rugzakken, muziekinstrumenten, mobiele telefoon, juwelen…) niet onbeheerd achter. De academie is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke diefstallen of eventuele beschadigingen.
  2. De leerlingen laten hun vervoersmiddel achter op de daartoe voorziene plaatsen.
  3. De leerling is ten allen tijde verantwoordelijke voor zijn persoonlijke apparaten en/of producten.
  4. De leerling is aansprakelijk voor de schade die hij opzettelijk en buiten het toezicht van de leraar toebrengt aan: lokalen, meubilair, apparatuur, toestellen, muziekinstrumenten of materiaal van de instelling, materiaal, werken of muziekinstrumenten van andere leerlingen.

    Dit houdt in dat hij de schade (herstelling, vervanging…) vergoedt, onverminderd de tuchtsancties die hem in dit verband kunnen worden opgelegd.

Artikel 47 Gebruik van infrastructuur

  1. De leerlingen gebruiken alle infrastructuur als normaal zorgvuldige personen met respect voor gebouwen, meubilair, apparatuur, toestellen, instrumenten, producten,… Apparaten en producten moeten na gebruik weer zuiver gemaakt worden en op hun plaats gezet.
  2. Leerlingen mogen in de lokalen deelnemen aan activiteiten die in het verlengde van de lessen georganiseerd worden buiten de vastgelegde lesuren waarvoor ze zich hebben ingeschreven mits toestemming van de directeur en leerkracht, Dit kan enkel tijdens de reguliere openingstijden van de academie. De leerlingen dienen zich aan/af  te melden in een intekenregister dat in het lokaal voorzien is. De leerkracht houdt toezicht op het gebruik ervan.

Artikel 48 Genotsmiddelen

  1. Binnen de volledige academie, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimten is het verboden:
    1. te roken,
    2. alcohol te gebruiken,
    3. drugs te gebruiken,
    4. enig voorwerp als wapen te gebruiken of wapens in de academie binnen te brengen.
  2. Leerlingen mogen zich niet in de academie aanbieden onder invloed van roesopwekkende middelen (zoals alcohol, drugs,…).
  3. De bepalingen in §§1 en 2 zijn eveneens van toepassing tijdens verplichte extra-murosactiviteiten.
  4. Aan de ingangen van het gebouw werden er borden geplaatst die aangeven dat men zich in een niet-rokerszone begeeft. Er heerst een zero tolerantienorm wat betreft roken op het domein van de academie. Personen die zich hier niet aan houden zullen ter verantwoording geroepen worden. Alle personeelsleden hebben een voorbeeldfunctie en dienen zich ten gevolgen hier naar te gedragen.
  5. Bij overtreding van deze bepalingen kan de leerling gesanctioneerd worden volgens het orde- en tuchtreglement zoals opgenomen in hoofdstuk 10 van dit academiereglement. Ouders die het rookverbod overtreden, zullen verzocht worden te stoppen met roken of het schooldomein te verlaten.

Artikel 49 Smartphone, tablet, laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

  1. Het is niet toegestaan om beeld- of geluidsopnamen te maken op het domein van de academie zonder toestemming van de academie. Overeenkomstig de privacywetgeving en het recht op afbeelding mogen er geen beeld- of geluidsopnamen van medeleerlingen, personeelsleden of andere personen gemaakt worden of verspreid zonder hun uitdrukkelijke toestemming.
  2. Er worden geen films, geluidsfragmenten, foto’s enz. op sociale websites geplaatst die betrekking hebben op de academie zonder dat daar uitdrukkelijk toestemming voor wordt gegeven door de academie. Dit geldt voor de leerlingen, ouders en grootouders en alle personen die onder hetzelfde dak wonen als de leerling. Onder sociale media worden websites zoals Facebook, Netlog Instagram, Twitter, enz. verstaan.
  3. Bij communicatie via sociale media worden de normale fatsoennormen in acht genomen. Cyberpesten is verboden.
  4. Downloaden, installeren en verdelen van illegale software in de academie is verboden.

Artikel 50 Initiatieven van leerlingen

  1. Alle teksten die leerlingen wensen te verspreiden in de academie, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd.
  2. Een geldomhaling in de academie door de leerlingen kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring van de directeur.
  3. Leerlingen die deelnemen aan wedstrijden of kunstmanifestaties buiten de academie en daarbij de naam van de academie willen gebruiken, moeten daarvoor de schriftelijke toestemming van de directeur bekomen.
  4. Activiteiten die leraars, leerlingen of derden op eigen initiatief organiseren voor een bepaalde leerlingengroep, vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur.

Artikel 51 Geweld, pesten en grensoverschrijdend gedrag

Leerlingen onthouden zich van iedere daad van geweld, pesten en grensoverschrijdend gedrag. Bij vermoeden van inbreuk neemt de academie gepaste maatregelen om de fysieke en psychische integriteit van de leerlingen te beschermen.

Artikel 52 Auteursrecht

De leerlingen respecteren te allen tijde het geldende auteursrecht.

Artikel 53 Privacy

De leerlingen respecteren ten allen tijde de bepalingen zoals opgenomen in de privacyverklaring van de inrichtende macht. Deze privacyverklaring wordt bekendgemaakt via https://www.sint-truiden.be/privacyverklaring-0

Hoofdstuk 10 Maatregelen in geval van schending van de leefregels

Artikel 54 Ordemaatregelen

  1. Als een leerling de leefregels schendt, kunnen volgende ordemaatregelen worden genomen:
    1. een mondelinge vermaning,
    2. een schriftelijke vermaning via een door de ouders te ondertekenen nota,
    3. een extra taak – melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota,
    4. een verwijdering uit de les tot uiterlijk het einde van de les en onder toezicht van de academie – melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota in de agenda,
    5. een gesprek tussen de directeur en de leerling – melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota in de agenda,
    6. de directeur neemt contact op met de ouders en bespreekt het gedrag van de leerling, al dan niet samen met de leraar. Van dit contact wordt een verslag gemaakt dat door de ouders wordt ondertekend voor kennisneming.

      Deze opsomming sluit niet uit dat andere maatregelen kunnen worden genomen die meer aan het onbehoorlijk gedrag van de leerling zijn aangepast.
  2. Deze ordemaatregelen kunnen worden genomen door elk personeelslid van de academie die toezicht op de leerling uitoefent.
  3. Tegen geen enkele ordemaatregel is er beroep mogelijk.

Artikel 55 Tuchtmaatregelen: tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen

  1. Tuchtmaatregelen kunnen worden genomen indien de leerling de leefregels van de academie zodanig schendt dat:
    1. het ordentelijk verstrekken van onderwijs werkelijk in gevaar is of ernstig wordt belemmerd  – de maatregelen van orde hebben geen effect of het betreft zeer ernstige overtredingen,
    2. de verwezenlijking van het artistiek pedagogisch project van de academie in het gedrang is,
    3. zijn handelingen een gevaar of ernstige belemmering vormen voor de fysieke of psychische integriteit en veiligheid van één of meer leden van de academiepopulatie of van personen waarmee de leerling in het kader van leren in een alternatieve leercontext in contact komt.
    4. zijn handelingen ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaken,
    5. zijn handelingen de naam van de academie of de waardigheid van het personeel aantasten,
    6. zijn handelingen de academie materiële schade toebrengen.
  2. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn:
    1. Een tijdelijke uitsluiting zoals bepaald in artikel 50 §1 van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
    2. Een definitieve uitsluiting zoals bepaald in artikel 50 §2 van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
  3. Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elk tuchtdossier wordt individueel behandeld.
  4. Tuchtmaatregelen kunnen slechts genomen worden nadat de tuchtprocedure werd gevolgd.
  5. Tucht- of ordemaatregelen kunnen geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributies of bijdragen terug te vorderen.

Artikel 56 Bewarende maatregel: preventieve schorsing

  1. In afwachting van een eventuele tijdelijke of definitieve uitsluiting, kan de directeur de leerling preventief schorsen als bewarende maatregel.
  2. Bij preventieve schorsing wordt de leerling het recht ontnomen om in de loop van het schooljaar de leeractiviteiten werkelijk en regelmatig te volgen en dit gedurende een periode van maximaal veertien opeenvolgende dagen.
    Het college van burgemeester en schepenen kan, na motivering aan de leerling/ouders, beslissen om deze periode eenmalig met maximaal veertien opeenvolgende dagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen de eerste periode kan worden afgerond.
  3. De schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en wordt aan de leerling/ouders mondeling/telefonisch én schriftelijk/elektronisch ter kennis gebracht.
  4. Tegen een preventieve schorsing is geen beroep mogelijk.

Artikel 57 Tuchtprocedure

  1. Tuchtmaatregelen worden genomen door de directeur.
  2. Alvorens tot een tuchtmaatregel over te gaan, volgt de directeur de volgende procedure:
    1. De directeur wint voorafgaandelijk het advies in van de betrokken leerkrachten.
    2. De directeur deelt de intentie om een tuchtmaatregel te nemen, schriftelijk of op elektronische wijze mee aan de leerling/ouders.
    3. Aan de leerling/ouders wordt schriftelijk of elektronisch meegedeeld dat zij na afspraak inzage hebben in het tuchtdossier.
    4. De leerling/ouders worden opgeroepen om te worden gehoord over de vastgestelde feiten en de voorgestelde maatregel. De directeur bepaalt wanneer dit gesprek plaatsvindt, dit kan ten vroegste vijf werkdagen na verzending van de oproep. De leerling/ouders mag/mogen zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat door de leerling/ouders wordt ondertekend voor kennisneming.
    5. Na dit gesprek neemt de directeur een gemotiveerde beslissing omtrent de tuchtmaatregel die in overeenstemming is met de ernst van de feiten. De gemotiveerde beslissing wordt aangetekend meegedeeld aan de leerling/ouders binnen de vijf werkdagen na het gesprek vermeld in 4°. In geval van definitieve uitsluiting vermeldt deze schriftelijke mededeling de mogelijkheid tot het instellen van het beroep én de bepalingen uit het academiereglement die hier betrekking op hebben. De beslissing wordt ter kennisgeving meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 58 Tuchtdossier

  1. Het tuchtdossier van een leerling wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur.
  2. Het tuchtdossier omvat een opsomming van:
    1. de gedragingen van de leerling die aanleiding geven tot een tuchtmaatregel en de bewijsvoering ter zake;
    2. de reeds genomen ordemaatregelen;
    3. het tuchtvoorstel;
    4. het advies van de betrokken leerkrachten;
    5. foto/videomateriaal van eventueel aangerichte schade

Artikel 59 Beroepsprocedure tegen definitieve uitsluiting

Het beroep tegen een definitieve uitsluiting kan tot uiterlijk 14 kalenderdagen volgend op de schriftelijke mededeling van de sanctie worden ingediend door middel van een gedateerd en ondertekend beroepsschrift dat aangetekend wordt ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Het beroepsschrift vermeldt op straffe van nietigheid ten minste het voorwerp van het beroep en de feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Er kunnen overtuigingsstukken worden bijgevoegd.

  1. Het beroep wordt binnen de 15 werkdagen behandeld door het college van burgemeester en schepenen dat beslist tot:
    1. gemotiveerde afwijzing van het beroep omwille van ontvankelijkheid;
    2. of bevestiging van de definitieve uitsluiting;
    3. of vernietiging van de definitieve uitsluiting.
  2. De beslissing wordt uiterlijk na 15 werkdagen schriftelijk ter kennis gebracht aan de leerling/ouders. Bij overschrijding van deze termijn is de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege nietig.
  3. De beroepsprocedure schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op.

Hoofdstuk 11 Leerlingengegevens

Artikel 60

  1. Leerling/ouders kunnen zich op de onderwijsregelgeving beroepen om recht op inzage in en toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, te vragen. Leerlingen of ouders die dit wensen richten zich tot de directeur van de academie met een vraag tot inzage van het dossier van de leerling.
  2. De leerling/ouders kan een kopie krijgen van deze gegevens na betaling van de vergoeding zoals opgenomen in de bijdrageregeling.

    Iedere kopie die op deze wijze verkregen wordt, dient persoonlijk en vertrouwelijk te worden behandeld. Dergelijke kopieën mogen niet verspreid worden of publiek worden gemaakt en mogen enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling.
  3. Als bepaalde gegevens ook een derde betreffen en volledige inzage in de gegevens door de leerling of zijn ouders afbreuk zou doen aan de privacy van deze derde, wordt de toegang tot de gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage.

Artikel 61

  1. De academie zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de academie afsluit met verwerkers voor leerplatformen, leerlingenvolgsysteem, leerlingenadministratie en dergelijke meer.
  2. Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder).Bij de uitoefening van het inzagerecht kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden. In voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming.
  3. Ook in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening kunnen er leerlingengegevens worden meegedeeld.
  4. Elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een instantie naar een andere instantie of naar een externe overheid vereist een protocol, gesloten tussen de betreffende instanties. Het schoolbestuur maakt elk protocol dat het in toepassing hiervan afsluit, bekend op zijn website of die van de academie.

    Wanneer via een elektronisch kanaal persoonsgegevens worden uitgewisseld tussen twee Vlaamse instanties (of tussen een Vlaamse instantie en een externe overheid), bv. tussen het schoolbestuur en het Ministerie van Onderwijs en Vorming, dan moeten de betrokkenen hiervoor een protocol afsluiten. In het protocol worden een aantal afspraken vastgelegd zodat duidelijk wordt dat aan de principes van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) wordt voldaan (o.m. afspraken over het doeleinde van de gegevensverwerking, de wettelijke grondslag, de beveiligingsmaatregelen, de afspraken rond de verdere verwerking van de gegevens en de bewaartermijnen).Alle betrokken instanties moeten de protocollen die ze afsluiten onmiddellijk bekendmaken op hun website. De VTC vraagt om dit in het school/academiereglement op te nemen.

    Gemeentedecreet art. 30 Decreet lokaal bestuur art. 29
    Decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (e-Gov-decreet) art. 8, §1, derde lid

    Bij verandering van academie worden de leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe academie tenzij de leerling/ouders zich hiertegen expliciet verzetten nadat ze op hun verzoek die gegevens hebben ingezien.
    Decreet DKO, art. 58, 12° deze vermelding verplicht opnemen.

    En afspraken

    Praktische afspraken i.v.m. organisatie en werking van de academie worden opgenomen op de website www.ahbeeld.be die onlosmakelijk deel uitmaakt van dit schoolreglement.

    Het kan gaan over:
    openingsuren van de academie en openingsuren van het secretariaat;
    verlof- en vakantieregeling;
    wie is wie (schoolbestuur, directeur, lerarenkorps, ….);
    beheerscomité/artistiek-pedagogisch college/…;
    participatieorgaan;
    ombudsman;
    vriendenkring;
    studiereizen;
    verkoop van materiaal en uitlenen van instrumenten;
    leeszaal;
    bibliotheek
    toezicht.

    Het schoolreglement en het reglement lesverplaatsingen zijn te allen tijde raadpleegbaar in het schoolsecretariaat en op de website.

Artikel 62

Bij verandering van academie worden de leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe academie tenzij de leerling/ouders zich hiertegen expliciet verzetten nadat ze op hun verzoek die gegevens hebben ingezien.

Je kan het volledige schoolreglement hier downloaden.